top of page

Kaarsen

Alles wat je moet weten over de kaarsen

Deze pagina zal antwoorden geven op de volgende vragen:

Lont:
Knip het lontje van je kaars wanneer nodig en laat het zo’n 6 à 7 mm boven de wax uitsteken voordat je de kaars aansteekt. Als het lontje kort genoeg is na de vorige brandbeurt hoef je hem natuurlijk niet steeds bij te knippen, maar houd het gewoon een beetje in de gaten. Het kan namelijk best dat je hem vaker een trimbeurtje moet geven. Door de lont te knippen zal je vlam gewoon heel rustig en relaxed branden. 

 

Laat een kaars lang genoeg branden:
Nadat je de kaars hebt aangestoken ontstaat er een klein poeltje van gesmolten wax, dat steeds groter wordt. Het is belangrijk om de kaars pas uit te blazen als de hele bovenste laag gesmolten is. Doe je dit niet, dan ontstaat er zogeheten tunneling. Dit betekent dat er steeds wat ongesmolten was aan de zijkanten van je glas blijft zitten en als zoiets vaker gebeurt ontstaat er op den duur een tunneltje waar je lont steeds dieper in wegzakt. Dat is vervelend, want het wordt zo ook steeds lastiger om je lontje aan te steken (en te knippen) en de was die zich ophoopt aan de zijkanten brandt niet op.  Zonde, want zo loop je heel wat branduren mis! Een gemiddelde kaars doet er zeker een uur over om het gehele bovenste laagje te smelten, dus houd hier rekening mee voordat je een kaars aansteekt. Het heeft bijvoorbeeld geen zin om een kaars aan te steken terwijl je weet dat je over een half uur de deur uit moet en je kaars dus moet uitblazen. 
 

Tunnel:
Het komt het wel eens voor, ook bij dure kaarsen, dat een lont zich niet geheel in het midden bevindt en dat je kaars dus niet gelijkmatig opbrandt. Als het gehele bovenste laagje na anderhalf uur nog niet egaal is gesmolten, dus dat er nog wat opgehoopt ongesmolten was aan de zijkant blijft plakken, kun je de truc van "het aluminium tentje" toepassen: Scheur wat aluminiumfolie af, vouw het dubbel en wikkel het om de kaars. De bovenkant maak je een klein beetje dicht, zodat de warmte niet te veel kan ontsnappen. De folie isoleert de warmte van de vlam en bevordert zo het smeltproces van de ongesmolten wax. Na zo’n 10-15 minuten zou alle wax gesmolten moeten zijn en kun je je "tentje" verwijderen, zodat je kaars verder gelijkmatig zal opbranden. Laat de aluminiumfolie dus niet te lang zitten om oververhitting te voorkomen! 
 

Voorkom oververhitting:
Een kaars moet je echter ook niet té lang willen branden. Je wilt namelijk voorkomen dat de gehele kaars vloeibaar wordt omdat er dan kans bestaat dat de lont zich gaat verplaatsen. Als de lont te veel naar de zijkant ‘zwemt’ krijg je alsnog zwartgeblakerd glas en brandt je kaars ook nog eens niet mooi en gelijkmatig op. De meeste kaarsen zijn na zo’n 4-6 uur geheel vloeibaar. Probeer een kaars dus tussen de 1 en 4 uur te branden en blaas ze daarna voorzichtig uit. 

De beste plek voor een kaars:
De beste plek voor een kaars is een rustig plekje waar het niet te veel op de tocht staat. Op deze manier kan het vlammetje en dus de kaars rustig opbranden. Zet je kaarsen dus niet vlak bij een deur of open raam, airconditioning of ventilator. Maar ook niet op een plek waar mensen vaak passeren, omdat dit een windvlaagje met zich meebrengt. 
Zet meerdere kaarsen ook niet te dicht naast elkaar want dan kan de ene kaars gaan smelten/vervormen door de warmte van zijn buurman en dan brandt deze ook niet mooi op. Houd ongeveer 10cm ruimte tussen 2 brandende kaarsen.

Laat kaarsen NOOIT zonder toezicht branden!!
Houd kinderen en huisdieren op veilige afstand!

Lont
Laat ee kars lang genoeg branden
Tunnel
Voorkom oververhitting
De beste plek voor een kaars
bottom of page